Hoewel ik in oktober alweer de 27 aantik, ben ook ik klein geweest! Het is even geleden, maar toch weet ik nog veel van vroeger. Het leek me leuk dit op te schrijven. Lees meer in deze nieuwe editie van Wie Ben Ik!
- Ik ben geboren in het ziekenhuis Roosendaal en opgegroeid in Fijnaart.
- Voor kinderen is Fijnaart een heel leuk dorp: veel speeltuintjes, rustige wijken en de basisschool dichtbij. Toch wilde ik niet in Fijnaart blijven wonen. Ik woon nu samen met mijn vriend in Etten-Leur.
- In groep twee had ik een keer ruzie met een klasgenootje tijdens het speelkwartier. Zij sloeg mij en ik duwde haar (of andersom) en ik kreeg straf. Ik vond dat zo oneerlijk dat ik het nu nog weet, hihi. Ik moest voor straf naar binnen en toen heb ik een tekening gemaakt. Ik vond tekenen super leuk, dus ik vond het een super leuke straf.
- Bij de eerste schooldag van groep vier vroeg de leraar aan ons wat wij verwachtten nog te gaan leren. We hadden in groep drie leren schrijven en leren rekenen. Wat was er verder nog te leren? Ik wist het ook niet. Maar ik ben toch maar op school blijven zitten, hihi.
- Ik zong altijd mee met Patrick Bruel. Elk laatste woord van een zin kende ik. Ik heb nu nog dat ik als eerste het laatste woord van een zin uit een liedje onthoud 😉
- Ik was vroeger niet altijd even lief voor mijn moeder. Zo heb ik haar een keer buiten gesloten door de achterdeur op slot te draaien toen ze buiten was. Ik vond dat heel grappig toen, mijn moeder iets minder. Uiteindelijk heeft ze bij de buren de reservesleutel van de voordeur opgehaald. Sorry mama.
- Vroeger was mijn garderobe heel goed geregeld: mijn moeder legde altijd mijn kleren klaar voor de volgende dag. Nooit gedoe ‘s ochtends over was ik aan moest!
- Het grootste probleem dat ik vroeger had, was met wie ik ging spelen op woensdagmiddag. Ik had niet altijd op tijd een afspraak gemaakt, dus belde ik last minute met vriendinnetjes. Gelukkig kwam het meestal goed. Alleen zijn op woensdagmiddag was natuurlijk not done.
- Als mijn moeder met iemand aan het bellen was, dan praatte ik er altijd doorheen. Kon ik er wat aan doen dat er juist op die momenten een fantastisch verhaal in mij opkwam? Sorry mama.
- Niemand mocht van mij met mijn Barbies spelen. Vasthouden mocht wel, maar verkleden of de haren doen dat wilde ik per se zelf doen. Mijn moeder vond het daarom altijd super leuk als er vriendinnetjes bij mij kwamen spelen. Er was nooooit ruzie en zo. Ook mocht niemand aan mijn stiften komen.
- Ik was toen ik klein was best bazig. Tegen vriendinnetjes en thuis ook. Maar op de middelbare school is dat helemaal weggegaan, omdat ik daar constant werd buitengesloten. Ik wil het bijna pesten noemen. Maar dan in stilte. Ieder groepje zoekt een pispaaltje en helaas was ik dat. Ik werd daardoor heel stil, teruggetrokken en onzeker. Nú weet ik dat die pestkop (of: degene die voor iedereen besloot dat ik niet oké was) zélf juist onzeker was. Maar toen besefte ik dat niet. Had ik dat maar wel gedaan. Gelukkig weet ik nu dat het niet aan mij ligt.
- Ik schreef vroeger altijd verhaaltjes. Met in de hoofdrol een boyband waar ik fan van was, of mijn favoriete actrice. Ik schreef ook verhalen samen met een vriendinnetje. Op de typemachine (ja, echt), in een schrift of gewoon op de computer. Dat waren nog eens tijden.
- Toen mijn broertje was geboren moest ik op film zijn babykamer showen. Mijn vader was de cameraman. Super leuk idee van mijn vader, alleen ik wilde dat echt niet doen hoor. Ik weet niet of ik het uiteindelijk toch heb gedaan.
Dat is nog een aardige lijst! Als ik eenmaal ga nadenken, komt er steeds meer boven haha. Leuk om weer even terug te gaan in de tijd. Ik kan nog veel meer over vroeger vertellen, maar dat doe ik misschien een andere keer. Fijn weekend!