Mijn vriend en ik wonen nu al een tijdje samen en in die tijd dat we samenwonen hebben wij op twee plaatsen gewoond. We begonnen in een appartement in Breda en momenteel wonen we in een tussenwoning in Etten-Leur. Ik vertel je vandaag of dat een succes is!
Wonen in een appartement
Allereerst zijn wij gaan samenwonen in een appartementencomplex in Breda. Ons appartement was op de vijfde etage en omdat er achter onze flat geen hoge gebouwen stonden, keken wij ver uit over Breda-Zuid. Het uitzicht was echt prachtig. Omdat ons grote balkon op het zuiden was, hadden wij ook altijd zon op het balkon en in onze woonkamer. We zaten eigenlijk niet vaak op het balkon, dat komt denk ik omdat we Mus en Mees niet alleen wilden laten binnen.
Het schoonmaken van een appartement kost bij lange na niet zoveel tijd als het bijhouden van een huis. Een appartement bestaat tenslotte maar uit één etage, dus stofzuigen van trappen en zeulen met de stofzuiger is er niet bij. We waren altijd vrij snel klaar met poetsen.
Omdat mijn vriend en ik voor het eerst gingen samenwonen in dat appartement – het was onze volgende stop na Hotel Mama – konden we op die manier heel goed aan elkaar wennen. We waren trouwens al bijna elke dag (avond) bij elkaar, maar als je écht altijd bij elkaar bent kan dat ineens heel anders uitpakken. Voor ons maakte het gelukkig geen verschil, we vonden elkaar nog steeds even lief. Het enige verschil met hoe het eerst ging, was dat we er nu een huishouden bij kregen en zelf voor ons eten moesten zorgen.
Uiteindelijk hebben mijn vriend en ik bijna anderhalf jaar in Breda gewoond. De planning was om daar zo’n vijf jaar te gaan wonen, maar het begon al vrij snel te kriebelen om te vertrekken. We misten wat ruimte, een achtertuin en een eigen voordeur aan de straat. Uiteindelijk belandden we in een ‘echt huis’ in Etten-Leur en daar zijn we zo blij mee!
Wonen in een ‘echt’ huis
Als je een huis hebt, moet je ineens overal ramen zemen, de voortuin bijhouden en meerdere etages schoonmaken. Gelukkig hebben wij een huis zonder voortuin, dus ik, met mijn anti-groene vingers, heb daar geen werk aan. Ik hoef alleen een beetje de stoep aan te vegen 🙂
Wij zijn super blij met ons huis. We hebben ten eerste veel meer ruimte dan in ons appartement. We hebben meer slaapkamers, een grote badkamer, een waskamer, een grote keuken en een leuke achtertuin met uitzicht op een korenmolen. Onze achtertuin ligt op het oosten, dus we hebben niet de hele dag zon in de woonkamer. Maar het grootste gedeelte van de dag hebben we wel zon in de achtertuin.
Het voordeel van meer ruimte hebben, is dat je meer kwijt kunt. Meer kasten en dus meer spullen. Mijn vriend is vooral blij dat hij nu een eigen kantoor heeft (de bofkont). Hier kan hij werken aan websites die hij zelf beheert, maar ook kan hij daar eens lekker rommel maken en dat laten liggen. In Breda konden we weinig tot geen rommel maken, omdat we dan bijvoorbeeld niet meer aan tafel konden eten, of Mus en Mees gingen er vandoor met spullen. Nu kan Sjoerd alles lekker laten liggen, de deur achter zich dichttrekken en niemand die hem wat doet.
Ook Mus en Mees kunnen hier hun lol niet op. Ze kunnen lekker naar buiten en Mus ligt hele dagen in het keukenraam te spieken naar mensen die langs ons huis lopen. In ons appartement hadden ze aan lange gang om in te rennen, maar dat was het een beetje.
Wat ik het allerleukste vind aan wonen in een huis, is het feit dat wij nu weten dat we hier voorlopig niet weg gaan. In ons appartement in Breda hielden we steeds in ons achterhoofd dat we daar ooit nog eens zouden vertrekken, en op de één of andere manier hadden we daar nooit echt rust van. Nu, in Etten-Leur, zijn we super relaxt, want we blijven hier lekker lang wonen. Met onze eigen achtertuin, met onze eigen voordeur aan de stoep en met onze zeeën van ruimte.
Je begrijpt dus waar mijn voorkeur naar uit gaat: ik woon het liefste in een huis. Dat vind ik heel fijn! Waar woon jij liever?
Bij mijn ouders woonde ik in een tussenwoning en nu ik op mezelf woon in een apartement. Een apartement scheelt natuurlijk al een hoop schoonmaken. Dat is echt een pluspunt. Ik herken trouwens het missen van een achtertuin niet echt. Ik heb een enorm groot balkon en kan daar heerlijk zitten met mooi weer.